wat sta je weer dapper te draaien.
Je doet of je 't uiterst noodzakelijk vindt
het licht van de zomer te maaien.
Je kijkt naar de zon en je denkt: wat een schat,
wat een schat, laat ik daadlijk beginnen.
De zon is van goud, maar het licht is te glad
Je haalt er geen hallem van binnen.
Hun schaduwen tegen de grond.
De stenen die dreunen en draaien en steunen
en komen al kreunende rond.
Maal verder, maal verder, maal stevig en straf.
Je werken blijft toch onbegonnen.
Het licht van de zomer, dat maai je niet af
Het licht van de zomerse zonne.
Jan Prins
Er zijn maar weinig gedichten die echt wat met me doen en dit is is er dan zeker één van. Er zit zo'n heerlijke cadans in dat je de molen bijna kunt voelen. Dat vind ik leuk aan dit gedicht van 'old times'... En zo dachten blijkbaar meer mensen want er is ook muziek op gemaakt. Zie hier voor het bladmuziek en hier voor de melodie.
Aan deze post heb ik zowel een Hollandse molen (gezicht op de achterzijde van Molen De Vries "Draaierij", op de site van de bellingwedde) toegevoegd alsook een prachtige molen uit Beja, een stad in de Alentejo, Zuid Portugal)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten